bron
https://www.nbbmuseum.be/nl/2008/08/first-notes.htmDe handtekening is een essentieel onderdeel van het bankbiljet.
Als echtheidskenmerk garandeerde het lange tijd betalingen op zicht.
Alle Belgische bankbiljetten telden één of meerdere handtekeningen.
Op het biljet van 1000 frank uit 1851 waren het er zelfs drie.
Onderaan rechts de handtekening van de gouverneur (F.-Ph. de Haussy) of, in zijn afwezigheid, die van de vice-gouverneur (L. Deswert);
onderaan links de directeur die verantwoordelijk was voor de drukkerij (L. Doucet of E. Prévinaire).
De derde handtekening, van de controleur van de drukkerij (Chantraine) bevindt zich links in de decoratieve sierrand met kalligrafische elementen.
De naam ‘Banque nationale’, is slechts gedeeltelijk leesbaar, de rest is achtergebleven op het weggeknipte gedeelte van de souche.
Zolang bankbiljetten uit soucheboekjes werden geknipt bleef de derde handtekening noodzakelijk.
Deze controleur was verantwoordelijk voor de minutieuze opvolging en de controle van het verwijderen van de biljetten uit het soucheboekje (het echte in omloop brengen).
Bij twijfel over de authenticiteit van een biljet werd de overeenstemmende souche vergeleken met het restant van de souche op het biljet.